vorige
volgende
                                                                                                                             


overzicht-pagina        

graancirkel websites
        

dialezing
        
       
graancirkelboek
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       


BEELDTAAL GEWASFORMATIES

Stantonbury Hill, juli 2007. (deel II)


© foto: Lucy Pringle

Voor en na voleinding

Vervolg Stantonbury Hill formatie.
Tot hier aan toe heeft het me nogal wat moeite gekost om de trigrammen in het juiste perspectief te plaatsen. Ik dacht dat ik er met de duiding van de ontvankelijke trigrammen met hun bewegende onderste lijn wel uit was totdat ik me nog nader ben gaan buigen over het idee van de lijndikte van de kaders...
Starend naar de trigrammen en me daarbij afvragend waarom toch geen hexagrammen zoals ik dat van de I Tjing gewend ben, begon het me opeens te dagen... Er zijn wel degelijk nog eens een extra serie trigrammen in de formatie te ontdekken!

Het zijn 12 "scheppende" trigrammen. Ze vallen eerst niet zo op door de gedachte aan kaders maar aangezien de lijndikte van deze kaders overeenkomt met de lijnen van de trigrammen mogen we ons in alle redelijkheid afvragen of het hier werkelijk om kaders gaat. Het kwartje valt als je de schrijfwijze van bewegende janglijnen in aanmerking neemt.

              
De gebruikelijke schrijfwijze der lijnen.

Aangezien een punt tegen de lijn weg zou vallen wordt vaak een dwarsstreepje gebruikt om aan te geven dat de lijn in een overgang zit. Omdat de drie janglijnen alle drie tegelijk in hun tegendeel omslaan ontstaat er een doorgetrokken dwarsstreep. Hoe vernuftig toch weer! Maar kunnen we nu echt van hexagrammen spreken? Moeilijk.

    

    
Links; het eerder gevonden ontvangende trigram. Rechts; het scheppende trigram.

In ieder geval kunnen we de extra trigrammen van commentaar voorzien. Het zijn zoals gezegd "scheppende trigrammen". Ze bestaan uit louter hemelse jang lijnen die aktieve kracht vertegenwoordigen. Daarbij blijken ze dus alledrie aan verandering onderhevig. Dit wijst natuurlijk op extra krachtige hemelse aktiviteit.
De I tjing maakt bij de bespreking van de veranderende lijnen een opvallende uitzondering door bij het hexagram van het scheppende uit te wijden over het zeldzame geval waarin alle lijnen tegelijk veranderen. Ook al hebben we hier te maken met een scheppend TRIgram i.p.v. een scheppend HEXAgram; de bijzonderheid prikkelt het voorstellingsvermogen.

Als er louter veranderende janglijnen verschijnen betekend dit:
Er verschijnt een schare draken zonder hoofd. Heil!
Het hele teken komt in beweging en verandert in "het ontvangende", welks karakter de overgave is.
De kracht van het scheppende en de mildheid van het ontvangende verenigen zich. De schare draken wijst op kracht; de omstandigheid dat hun hoofden verborgen zijn, op mildheid.
Mild in de wijze van handelen, verbonden met de kracht van het besluit, brengt heil. Het is de aard van de hemel niet als hoofd te verschijnen.
Het scheppende leidt welliswaar al het gebeuren, maar treedt nooit voor het voetlicht, naar buiten verschijnt het niet als hoofd. Zo is ook de ware kracht; beweeglijk en verborgen aan het werk, zonder uiterlijk zichtbaar te zijn. Het teken verandert in "het ontvangende" dat volkomen receptief is, en dus geen hoofd toont.


Het ontvangende als moedergodin die geen hoofd toont. © Randell.
Als het scheppende en grote al zijn (jang)lijnen verandert komt de wereld in orde.
Als het scheppende en grote al zijn (jang)lijnen verandert aanschouwt men de wet van de hemel.

Wat de kwestie wel of geen hexagrammen betreft is het nodig te constateren dat we telkens 2 trigrammen zijdelings met elkaar verweven zien. Een aards en een hemels trigram telkens in elkaar overlopend alsof er nauwelijks een verschil bestaat! Kunnen we daarmee spreken van werkelijke hexagrammen? Zo ja, hoe kunnen we die dan conform de gebruikelijke schrijfwijze waarbij we 2 trigrammen OP elkaar geplaatst zien noteren? Ik wil eens kijken of de Hat Gate formatie een aanwijzing of zelfs de oplossing biedt.


diagram hat gate cottage
Het meest opvallende aan de formatie is de harmonische verdeling tussen de lijnen en de lege ruimtes die in meeste opzichten dezelfde afmetingen aannemen. We zien 5 concentrische lijnen zodanig met de lege ruimtes verweven dat deze lege ruimtes eveneens als lijnen kunnen worden beschouwd. Ze vormen daarmee complementaire tekens. Als ik voor het gemak even voorbij mag gaan aan het aantal lijnen dan zien we dus jange kracht aangevuld met jinne kracht. De krachten voegen zich hier keurig harmonisch om en om. Vertaald naar de traditionele schrijfwijze geeft het aan dat de jange lijnen telkens opgevolgd worden door onderbroken jinne lijnen. Het jinjang principe ten voeten uit dus als het ware.

Voor wat de trigrammen van de Stantonbury Hill formatie betreft heeft het er alle schijn van dat indien we ze tot hexagammen mogen samensmeden dit eveneens om en om wil gebeuren. Zowel het zijdelingse "om en om effekt" als het jinjang teken als tevens de wijze van complementaire hechting in de Hat Gate formatie ondersteunen de gedachte. Als het hypnotiserende Hat Gate diagram me inmiddels niet van mijn gezonde verstand heeft beroofd blijven er volgens mij twee mogelijke schrijfwijzen over:


beide hexagrammen gaan over de voleinding
Voor alle duidelijkheid, deze twee hexagrammen hebben dus betrekking op het Stantonbury pictogram. Ik zie geen mogelijkheid de ene optie boven de andere te stellen en vermoed dat deze uitkomst bewust zo is neergelegd. Het dualistische karakter van het centrum blijft zo alweer gehandhaafd. De gemeenschappelijke essentie is de voleinding.
Ter afronding toon ik nog de hexagrammen die ontstaan als gevolg van de lijnomslagen.

    
de hexagrammen die ontstaan als gevolg van de lijnomslagen
Voor de uitleg van deze hexagrammen verwijs ik naar de I Tjing. Voor mensen die niet met de I Tjing bekend zijn zal ik ter introduktie wat over dit bijzondere boek vertellen.

De I Tjing wordt ook wel het boek der veranderingen genoemd. Het is een orakel- en wijsheidsboek dat is ontwikkeld ten tijde van het oude China. Het zou al in 3000 v.Chr. ontstaan zijn en de grondslag hebben gelegd voor de Chinese beschaving. In essentie beslaat het boek vierenzestig hoofdstukken, elk gebaseerd op een bepaald hexagram. De hexagrammen stellen periodes in tijd voor. Aan elk teken of hexagram is een commentaar toegevoegd dat aangeeft hoe deze periodes eruit zien en wat men eventueel kan doen met betrekking tot die tijdspanne.
Zoals inmiddels duidelijk zal zijn is er ook nog sprake van trigrammen die uit de hexagrammen gefilterd kunnen worden. Deze trigrammen komen ook uitvoerig in het boek aan bod. Daarnaast liggen deze trigrammen tevens aan de basis van de Chinese landsschapskunde, de bekende Feng Shui. Feng Shui is overigens nauw met de I Tjing verweven. Ik neem thans aan dat het niet overdreven is te stellen dat de meeste gewasformaties in feite Feng Shui expressies zijn.


Feng Shui kompas
(Misschien mag het nog een geluk heten dat het kompas 360 graden telt?)

Als raadpleger van het orakel zul je je dus geconfronteerd zien met jouw situatie, de periode in jouw leven waarmee jij op dat moment te maken hebt. Daarbij krijg je adviezen aangereikt waarmee je in staat zult zijn om verstandige beslissingen te nemen die op de bepaalde situatie van toepassing zijn.
Toch is het niet helemaal zo eenvoudig als ik het hier voorstel. Er wordt wel degelijk een beroep gedaan op de intuïtie. Het kan namelijk geen wijsheid zijn de handelswijzen tot in de details voor te kauwen zodat ze slaafs opgevolgd zullen worden. Eenieder is en blijft verantwoordelijk voor de eigen keuzes in zijn of haar eigen levenswandel. Wel kan het boek een belangrijk hulpmiddel tot inzicht blijken.

Wat mijn persoonlijke ervaringen met de I Tjing betreft kan ik alleen maar lovend en dankbaar zijn. Hoewel ik in de eerste jaren nog weleens in de knoop kwam door de combinatie van een onvolmaakte editie en mijn eigen gestoorde geest ben ik het orakel toch blijven gebruiken met uiteindelijk zeer positieve resultaten. Dit wil uiteraard niet zeggen dat ik klaar ben met mijn ontwikkeling. Daar komt gelukkig geen einde aan, maar zoals het boek zelf aangeeft zou ik inmiddels ook zonder de raadpleging kunnen. Sinds die tijd is mijn frequentie van consulteren beduidend afgenomen.
Naar aanleiding van die onvolmaakte editie is het misschien goed om te weten dat er nogal veel edities in omloop zijn die de geest eerder in verwarring brengen dan dat ze als waardevolle gids fungeren. Het is daarom raadzaam om alvorens een dergelijk boek aan te schaffen je eerst goed te oriënteren. Zelf gebruik ik sinds vele jaren met succes de bekende editie van Richard Wilhelm. Ook de I Tjing voor de 21ste eeuw van Han Boering kan ik van harte aanbevelen.

 

Moge liefde, schoonheid, rechtvaardigheid en wijsheid bereikbaar zijn voor alle mensen.

 

 

 

 

 

 

 

terug naar graancirkelonderzoek
overzicht-pagina